Bijzondere ontmoeting (2024)


Na een bezoek aan een cliënt buiten de deur zoek ik een plekje om even te zitten, want ik heb een pijnlijke heup.

Een dame op leeftijd zit buiten voor haar huisje met een lege stoel naast zich.
Mag ik even?
Ja hoor, jij bent toch Monique? Ik ken haar niet. Ja dat ben ik.
Na een praatje ontdek ik wie zij is.
Dan zegt ze: ken je dat liedje 'Oud geboren'? Over dat je achterstevoren leeft en sterft in de buik van je moeder. Dat is toch zo mooi. Nee, ik zoek het op Spotify...ja, maar er is een mooiere versie, met Ilse de Lange. We luisteren samen via mijn JBL boxje.
Ze is zeker in de negentig, maar nog oh zo helder: misschien kun je het wel gebruiken bij je werk.
Ze appt nog met haar kinderen en weet yoetoep te vinden en te bedienen.
Ik kreeg nog wat levenswijsheden mee en ging weer op pad.
Zomaar een ontmoeting, zeer van genoten.

 

Stand up Muziekagoog (2023)


Een tijdje mocht ik muziek maken met patiënten op 3 verschillende afdelingen van het Groene Hart Ziekenhuis in Gouda. Dat is andere koek dan werken met cliënten één op één voor langere tijd. Want die cliënten ken je, je hebt een goede band opgebouwd en kent hun zijn en hun wensen, je hebt je behandeldoel en een manier van werken, afgestemd op de cliënt.
Bij mijn werk als muziekagoog staan verbinding met de cliënt en afstemming op de cliënt hoog in het vaandel. Dat betekent in een ziekenhuis 'stand up' muziekagoog zijn, want je kent geen enkele patiënt en moet toch razendsnel afstemmen.
Want heel belangrijk vind ik dat je iets biedt waar de patiënt zich door gekend voelt en liefst een beetje beter van wordt.

Zingen blijft mijn specialiteit, daarmee maak ik het makkelijkste verbinding. Leuk om te ervaren dat het met heel hard werken weer gelukt was. Ik ben er wel achter dat 2 mappen vol muziek meenemen niet genoeg is. Vanmorgen realiseerde ik me dat ik toch over moet op een goede tablet, waardoor ik een nog breder assortiment liedjes mee kan nemen om snel het passende lied te hebben.
Daar zijn overigens ook grenzen aan. Vanmorgen wilde een meneer een beetje hard rock of liever nog wat heavy metal horen. Dan zit ik toch even met mijn mond vol tanden.

Mooie momenten:
Een meneer kwam aanlopen, zuurstoftank nog in zijn kamer, lange slang achter zit aan, haalde het nét. Hij ging zitten, begon acuut mee te zingen, rukte zijn slang uit zijn neus en zei: die heb ik nu effe niet meer nodig hoor. Waarop de zuster aan kwam hollen: o jee, wel inhouden hoor.... :-)

Aan een andere mevrouw: zingt u niet mee? Joh mens, ik hou niet van zingen.... (ze was wel gekomen) Tot bleek dat ze van Rotterdam was. Hand in hand... nou daar ging ze, en zingen maar!

'In het groene dal... enz' couplet was afgelopen. Horen we ineens een dame het hele 2e couplet zingen, een geweldige solo. Niemand kende de tekst verder, zij wel. heb haar begeleid op de gitaar, ze kreeg een groot applaus. Ja... zei ze, het rolde er zomaar uit....
De muziekagoog in het GHZ wordt mogelijk gemaakt door de St Vrienden van het Groene Hart. Na afloop constateerde Evelien van de St Vrienden: zo, jij straalt helemaal! Ja, het is prachtig werk, ik zou met muziek eigenlijk wel iedereen beter willen maken ;-)

BLOGS geschreven voor ZINGmagazine in 2021

CHEMIE  

Elke koordirigent bouwt in de loop der jaren eigen ‘vak’jargon op, uitspraken die bij repetities en concerten helpen om een koor op zijn plek te krijgen en te houden. Ongetwijfeld zijn er collega’s die echte vaktaal bezigen, bij mij komen er echter vaak uitspraken uit mijn mond… Dan denk ik zelf: ‘hoe kóm ik er op’. Maar ze werken en sommige worden lijfspreuken. Mijn zangers leer ik de klank vooral voor in de mond te houden, het is energiezuinig en ze zijn altijd goed te verstaan (met dank aan mijn fantastische zangdocente Caroline Stam). Maar hoe hou je ze daar, ze zakken altijd weer in dat lijf. ‘Spuug het uit’ was altijd duidelijk. ‘Als je er al bent, hoef je er niet meer naar toe’ riep ik eens in een filosofische bui. Dat heeft me een Delfsblauw tegeltje opgeleverd. Later kwam daar per ongeluk bij:  ‘Als je er niet naar toe gaat, hoef je er ook niet vandaan te komen.’ Mijn allerbelangrijkste slogan is echter: ‘Het klinkt wel mooi, maar het ‘hep’ niks. Bij elk koor ben ik altijd op zoek naar de chemie, tussen de stemgroepen, de koorleden onderling en natuurlijk tussen koor en publiek. Chemie ontstaat als je zangers weten wat ze zingen, als ze weten hoe de componist met zijn muziek de tekst versterkt. Ik klei net zolang door tot het wat ‘hep’: ‘Vertel ze echt het verhaal met je hart en raak ze!’ Dan knettert de energie. Het levert kippenvel op en volle zalen.

Ooit belde een dame: kan ik bij jou een paar zanglessen halen, mijn man wordt 65, ik wil hem verrassen. Natuurlijk… daar kwam ze, ze ging er helemaal voor staan. Ik had de gitaar klaar om haar te begeleiden. Nee joh, zegt ze, ik doe het wel met YouTube…. Zet dat maar aan. Het intro begon, daar kwam de zang…. ze deed vol overgave haar mond open… en begon te playbacken! Het allerlaatste wat ik verwachtte. Ik stikte van de lach, maar bleef heel stoïcijns. Ze is drie keer geweest op eigen verzoek. En weet je, ze zong niet, maar het had wel wat! Wat een chemie!

BABBELWOORDJES 

Vanaf nummer 1 ben ik fan van ZINGmagazine en vanaf nummer 12 van volhouder Gilles, de uitgever. Ik heb ze alle 100 nog, alle 100 goed, unieke bewaarexemplaren. Begin 2008 viel ZINGmagazine weer op de mat. Wat zou het leuk zijn om daar voor te werken. Dan lees ik het voorwoord van hoofdredactrice Martje Lammers: collega gezocht! Hoe kan het. Officieel gesolliciteerd in het NIK-gebouw aan de Plompetorengracht in Utrecht. Dat ik vele info’s en clubbladen volschreef en belangrijke brieven voor verenigingen uit mijn mouw schudde, was wel aardig, maar sja, geen opleiding. Twee goede journalisten in de familie? Nou en? Martje zag echter een berg enthousiasme, dus ik mocht redactie’medewerker’ worden. Nee, doe haar maar niet in de redactie. Ik was al lang blij, mijn wens vervuld. Ik kreeg de Agenda en de rubriek Koorbusiness: vragen van lezers, ontfutsel maar een antwoord aan een deskundige. Het was een hele kunst. Ik schreef één keer bijna geschiedenis: Koorbusiness over auteursrechten en copyright, oei, zeer glad ijs. Elke ‘deskundige’ dacht er het zijne van, de mailbox stroomde over. Martje bedaarde de storm en hield mij uit de wind, kundig, positief en zachtaardig als ze was. Haar collega Claar was de pittige, redigeerde streng: géén babbelwoordjes Monique! Strak! De afgelopen dertien jaar bestonden vooral uit lijstjes en overzichten: alle Agenda’s (nu in 2025 bijna 100!), geen enkele uitgezonderd, vele specials zoals Highlights Nieuwe Seizoen, Zangvakanties, Kerstconcerten. Verder ben ik verslaafd aan Matthäus en Johannes Passies spotten, want sinds 2015 maak ik de Passiebarometer. Dat was zwaar afkicken toen corona roet in het eten gooide. 

Nummer 100, wat geweldig! Gefeliciteerd geweldige hoofdredacteuren Martje (helaas overleden), Claar, Dolf en nu sinds 2014 Oswin. Ook gefeliciteerd aan mijn fantastische hoofdredactiecollega’s Elke en Mariëtte (beiden sinds 2010) en overige medewerkers. Wat een talentvolle volhouders. De meeste bewondering heb ik echter voor diehard Gilles, de uitgever, die nooit opgeeft! Een papieren blad over zingen volhouden is echt niet makkelijk in het digitale (en nu even corona-) tijdperk. Kanjer! Wat zeg je? Toch weer babbelwoordjes ontdekt? Die zullen altijd blijven, want dat ‘hep’ wat, iets met chemie. En redactie’medewerker’?
Ik zou niet anders willen, ben dol op lijstjes en overzichten.

HEAVEN

In 2008 was mijn ZangZaak in opbouw, ik kluste bij achter de kassa van de super. Bliep… Hé Monique, ik heb een boerderij in Frankrijk gekocht, kun je daar een zangweek geven?... bliep… uh, wát? ...bliep …nu geen tijd, kom wel een bakkie doen….bliep. Zo organiseerde ik ineens zangweken, in Frankrijk, later ook in Duitsland en Engeland, soms zelfs twee in één zomer. Ze waren alle 14 gaaaaf! Wat is er zo leuk aan? Want na een week zangjuf, dirigente, reisleidster en animatieteam tegelijk te zijn, ben je voldaan maar volledig gesloopt. In Engeland doe ik het ook nog in het Engels, omdat er ook Engelsen inschuiven. Na de eerste Engelse keer kon ik niet eens meer praten, zo moe. Ik zat na afloop in één of ander café een paar uur voor me uit te staren met alleen een pot thee.

Zingend op vakantie, dat doet iets met deelnemers. Ze gaan open, geven het beste van zichzelf en zijn tegelijk heel kwetsbaar. In de eerste zangweek vloeiden er regelmatig tranen, er werden levensverhalen, problemen, pijn en vreugde gedeeld. Ik was onder de indruk, dat had ik niet verwacht. Ik realiseerde me wel meteen dat het belangrijk is om mijn zangers veiligheid te bieden, alles wat ze delen blijft bij mij. Wat een mooi aspect van zangvakanties.

Zo’n zangweek geeft ook schik en talrijke anekdotes. Graag hang ik repertoire op aan een thema, doorgevoerd in animatie en uitstapjes. Film & musical was een leuke. We zongen Gabriellas Sang en Fly away uit As it is in Heaven en we keken de film, compleet met popcorn. Film, dus we bezochten in Engeland het Harry Potter kasteel in Alnwick (spreek uit Ènnik, wonderlijk). Voordat ik er erg in had, lagen mijn zangers zingend languit op het grasveld gevlochten hoofd-op-buik zoals in de film. Al gauw stonden mensen om ons heen te kijken en te filmen. Ineens vroeg een meisje: Please, may I join in? Tuurlijk! En zo doken vreemden spontaan in de gevlochten massa, wat een verbroedering. Blijkbaar gaan zangers zo open, dat het aanstekelijk is! Weer die chemie! It was ‘As it is in Heaven’.

MUZIEKAGOOG

Wàt? Een muziekagoog*? Al ruim veertig jaar ben ik als dirigent gefascineerd: wat gebeurt er in je brein als je zingt en musiceert? Waarom doet dat een mens zoveel? Hoe werkt dat? In de coronatijd kwam er zoveel ruimte, dat ik er eindelijk iets mee doe. Ik volg de opleiding muziekagogie bij Artiance in Alkmaar, met een werkplek, het woon- en zorgcentrum bij mij om de hoek. Zingen met dementerenden doe ik al veel langer. Als de bewoners schik hadden, dacht ik: en nu dan, er moet toch meer mee kunnen? Inmiddels ontdek ik wat er na  ‘gezellig zingen’ komt. Zie je wel dat er meer is!

Uit de praktijk:

Ik heb schik met een cliënt, ze heeft de pop op schoot en zegt opgetogen: ze heeft haar eerste tandje. Dus we zingen kinderliedjes voor de pop afgewisseld met een liedje voor mevrouw zelf. Want ik blijf mijn cliënten graag als volwassenen benaderen. Opeens staat de pedicure voor onze neus. Die heeft er een zwaar hoofd in, mevr stribbelt altijd tegen, vaak lukt het niet de voeten van mevrouw te verzorgen, want het doet pijn. Mevrouw geeft inderdaad te kennen: er kom niets van in! Ik vraag de pedicure: zullen we het samen proberen? Ik zing nog een liedje met mevrouw, ze zingt meteen mee. Die verbinding gebruik ik: mag ik uw schoen en kous uit doen? Mevrouw: ‘Jij wel, zij niet. En die kruk van haar (pedicure) is veel te hoog (klopte)’. Ik: ‘U mag mijn kruk, die is een stuk lager’. We zingen nog een liedje en ze laat toe dat ik haar been op de kruk leg. Samen met een begeleidster, die alles uitlegt, en met de afleiding van het zingen lukt het om de ene voet te doen. Er is nog een voet.... zonder er veel aandacht aan te schenken, trek ik haar tweede schoen en kous uit. Het ritueel herhaalt zich. De pedicure werkt snel en levert topwerk. En zo is iedereen blij, mevr met heerlijk verzorgde voeten, de pedicure dat het lukte en ik dat muziekagogie zo mooi kan werken! De volgende pedicureafspraak staat in mijn agenda!

* een muziektherapeut werkt aan het ‘zieke’ deel van mensen die daarmee beter kunnen worden, een muziekagoog werkt met het gezonde deel van mensen die een blijvende beperking hebben